Start to run is een trainingsprogramma gericht op beginners of niet-sportieve mensen. Het helpt hen langere tijden / afstanden lopen. In deze oefening veronderstellen we dat iemand zo’n trainingsprogramma volgt als voorbereiding voor een loopwedstrijd.
Schrijf een functie aantal_dagen(start, doel) die berekent hoeveel dagen de loper moet trainen. start is het aantal km dat hij kan lopen op dag 1, en doel is het aantal km dat gelopen moet worden in de wedstrijd.
Je mag ervan uitgaan dat de loper na élke trainingsdag 10% verder kan lopen dan de dag ervoor. De training is pas gedaan als de loper op training eens de afstand gelopen heeft. Dus stel dat zijn startbereik 10 km is, en hij 10 km moet lopen, dan is het antwoord 1 dag en niet 0.
print(aantal_dagen(9, 68))
23
print(aantal_dagen(7, 25))
15