In deze oefening bouwen we een recursieve functie die een argumentstring in (niet-overlappende) stukjes van vaste lengte $$n$$ hakt. Indien de lengte van de argumentstring geen veelvoud van $$n$$ is, dan wordt het staartstuk in het resultaat opgenomen (hoewel het korter is dan $$n$$ karakters). We schrijven een methode hakken(s, n), waarbij s dus in stukjes van lengte n gehakt wordt (op eventueel het staartstuk na), en waarbij de stukjes in een resultaatlijst opgeslagen worden. De volgorde van de stukken is dezelfde als de volgorde in de oorspronkelijke tekst. Hierbij mag je veronderstellen dat $$n \ge 1$$.

Argumenten

De te hakken tekst (string) en de grootte van de stukjes ($$n \ge 1$$).

Resultaat

Een lijst die de stukjes van juiste grootte bevat.

Voorbeeld

hakken('abcdefghijklm', 3) = ['abc', 'def', 'ghi', 'jkl', 'm']
hakken('abcdefghijklm', 1) = ['a', 'b', 'c', 'd', 'e', 'f', 'g', 'h', 'i', 'j', 'k', 'l', 'm']
hakken('abcdefghijklm', 5) = ['abcde', 'fghij', 'klm']
hakken('abcdefghijklm', 4) = ['abcd', 'efgh', 'ijkl', 'm']