Schrijf een functie tijd(afstand, snelheid)
die twee gehele getallen als parameters neemt. Deze stellen een af te leggen afstand in km, en een snelheid in km/h voor. De functie berekent hoeveel uur de reis duurt, en returnt een antwoordzin met deze informatie. (Zie voorbeelden.)
tijd(100, 50)
Als je een afstand van 100 km aflegt aan 50 km/h, dan duurt je reis 2.0 uur.
tijd(20, 100)
Als je een afstand van 20 km aflegt aan 100 km/h, dan duurt je reis 0.2 uur.