De Romeinen gebruikten munten als betaalmiddel al vanaf ongeveer 280 voor Christus, en meerdere systemen volgden elkaar op. Keizer Constantijn1, vooral gekend als de eerste Romeinse keizer die het christendom zou hebben aangehangen, introduceerde in het laat-Romeinse rijk de solidus2. Dit was de voornaamste gouden munt in het Romeinse rijk. Deze munten werden voornamelijk gebruikt als spaargeld en niet als betaalmiddel.
Om dagdagelijkse betalingen uit te voeren gebruikte men hoofdzakelijk de zilveren miliarense en siliqua munten en de veel minderwaardige bronzen nummus munt. Volgende verbanden werden in de tijd van keizer Constantijn de Grote gebruikt:
munt | equivalente waarde |
---|---|
1 soldinus | 12 miliarense |
1 miliarense | 2 siliqua |
1 siliqua | 300 nummus |
Schrijf een programma dat aan de gebruiker een bedrag in de kleinste eenheid (nummus) vraagt, daarna bepaal je het kleinste aantal munten van elk type (soldini, miliarense, siliqua en nummus) die dit bedrag vormen.
Een bedrag van 19658
nummi kan betaald worden als volgt:
soldinus: 2
miliarense: 8
siliqua: 1
nummus: 158
Een bedrag van 52541
nummi kan betaald worden als volgt:
soldinus: 7
miliarense: 3
siliqua: 1
nummus: 41