De stelling van Pythagoras (verdieping)
Gevraagd:
- We beschouwen twee rechthoekszijden a en b in een rechthoekige driehoek. De schuine zijde noemen we c.
- Schrijf een programma dat vraagt of je a, b of c wil berekenen.
- Vervolgens wordt gevraagd naar de lengte van de twee gekende zijden.
- Het programma toont de lengte van de ontbrekende zijde.
Invoer:
Wil je a, b of c berekenen?: b
Welke lengte (in cm) heeft rechthoekszijde a?: 3
Welke lengte (in cm) heeft de schuine zijde c?: 5
Uitvoer:
De rechthoekszijde b is 4 cm lang.