Schrijf de code voor onderstaand gesprekje tussen computer en gebruiker. De gebruiker antwoordt op de vragen van de computer.
Een mogelijke invoer van de gebruiker vind je in het vet en schuingedrukt; dat is alleen om jullie het onderscheid tussen computer-tekst en gebruikers-tekst te tonen.
Dag, met wie spreek ik? Klaas Vaak
Dag Klaas Vaak!
Gebruik input
om de vragen te stellen aan de gebruiker. Beperk je daarbij tot de vraag zelf en voeg zelf een spatie toe na de vraag.
De antwoorden van de computer worden met print
gegeven.
Je moet het hoofdprogramma toevoegen in de gegeven procedure main()
.
Dodona controleert letterlijk de uitvoer!
print
en input
?Met print
wordt tekst op het uitvoerscherm getoond, maar wordt er verder geen actie van de gebruiker verwacht. Met input([prompt])
wordt ook niet-verplicht tekst prompt
op het uitvoerscherm getoond, maar wacht het programma op een invoer van de gebruiker (zie API).
print
en daarna input()
zonder tekst, is minder goed. In Dodona (en op de test/examen) zal dit alternatief ook dikwijls fout gerekend worden. print
?In principe is dat niet echt fout, maar het is niet de bedoeling om voor elke waarde die je inleest een extra print
toe te voegen. Je gebruikt beter direct input
. Indien je print
gebruikt, dan heeft Dodona teveel uitvoer en wordt dit fout gerekend.
input
?