Wetenschappers en ingenieurs controleren bijna nooit op gelijkheid, maar op bijna gelijkheid. Indien men bijvoorbeeld een kracht van 150 Newton wil bepalen dan zal dat in de praktijk nooit exact 150 Newton zijn. Maar bijvoorbeeld 150,1 Newton of 149,9 Newton. Afhankelijk van de toepassing kan dit even goed zijn.

Opgave

Schrijf een functie bijnagelijk(a, b, tolerantie) die voor twee getallen a en b gaat bepalen of deze minder dan of evenveel als de tolerantie van elkaar verschillen. De return-waarde van deze functie is ofwel True ofwel False.

Vraag vervolgens twee kommagetallen aan de gebruiker en een tolerantie. Gebruik daarna de functie bijnagelijk() om na te gaan of deze getallen dicht genoeg van elkaar liggen. Afhankelijk van de waarde van deze functie wordt er een bepaalde zin op het scherm weergegeven.

Voorbeelden

Indien men als eerste getal 150.0 ingeeft en als tweede 150.1 met een tolerantie van 0.5, dan liggen deze getallen dicht genoeg in elkaars buurt en verschijnt er:

150.0 en 150.1 zijn bijna aan elkaar gelijk.
>>> bijnagelijk(150.0, 150.1, 0.5)
True

Indien men als eerste getal 150.0 ingeeft en als tweede 150.1 met een tolerantie van 0.01, dan liggen deze getallen niet dicht genoeg in elkaars buurt en verschijnt er:

150.0 en 150.1 verschillen teveel.
>>> bijnagelijk(150.0, 150.1, 0.01)
False