Op een fuif in de Puls kan je kiezen uit twee drankjes. De kostprijs van een cola bedraagt €2. Voor een glaasje Kidibul betaal je €3. Schrijf een programma dat vraagt naar hoeveel cola’s en Kidibul’s iemand wil bestellen. Hierna wordt op het scherm weergegeven hoeveel deze persoon moet betalen. Vervolgens moet je invoeren hoeveel er precies betaald wordt. Tenslotte geeft het programma weer hoeveel deze persoon moet terugkrijgen.

Invoer:

Vraag naar hoeveel cola’s en Kidibul’s de persoon wil bestellen.

Uitvoer:

Totaal te betalen bedrag, afgerond op twee cijfers na de komma.

“Je moet … euro betalen.”

Invoer:

Vraag naar hoeveel er precies betaald wordt. Dit mag een decimaal getal zijn.

Uitvoer:

Terug te geven bedrag.

“Je krijgt … euro terug.”