Interpretatie 1

Een patiënt met een ESR1 expressie die 1 eenheid op de log2 schaal hoger ligt dan dat van een andere patiënt heeft gemiddeld gezien een expressie-niveau van het S100A8 gen dat 1.61 eenheden lager ligt (95% BI [-1.92,-1.31]).

Merk op dat dit een crossectionele studie is, we kunnen met het model alleen maar uitspraken doen over verschillen tussen patiënten!

log2μ^1=23.4011.615×logESR1, log2μ^2=23.4011.615×logESR2 log2μ^2log2μ^1=1.615(log2ESR2log2ESR1)=1.615×1=1.615

Interpretatie 2 Wanneer de data op log-schaal wordt gemodelleerd, worden na terugtransformatie geometrische gemiddelden bekomen. Ter illustratie herschrijven we bijvoorbeeld het rekenkundig gemiddelde op de log schaal:

i=1nlogxin=logx1++logxnn=(1)log(x1××xn)n=log(i=1nxi)n=(2)log(i=1nxin)

waarbij in overgang (1) en (2) wordt gesteund op de eigenschappen van logaritmen en de product operator is. Na terug transformatie wordt dus een geometrisch gemiddelde i=1nxin bekomen.

In de onderstaande notatie worden de populatiegemiddelden μ dus geschat a.d.h.v. geometrisch gemiddelden. Omdat de logaritmische transformatie een monotone transformatie is, kunnen we ook betrouwbaarheidsintervallen berekend op log-schaal terugtransformeren!

2^lm2$coef[2]
##  log2ESR1 
## 0.3265519
2^-lm2$coef[2]
## log2ESR1 
##   3.0623
2^-confint(lm2)[2,]
##    2.5 %   97.5 % 
## 3.786977 2.476298

Een patiënt met een ESR1 expressie die 2 keer zo hoog is als die van een andere patiënt, zal gemiddeld een S100A8-expressie hebben die 3.06 keer lager is (95% BI [2.48,3.79]).

log2μ^1=23.4011.615×logESR1, log2μ^2=23.4011.615×logESR2 log2μ^2log2μ^1=1.615(log2ESR2log2ESR1) log2[μ^2μ^1]=1.615log2[ESR2ESR1] μ^2μ^1=[ESR2ESR1]1.615=21.615=0.326

of

μ^1μ^2=21.615=3.06

Interpretatie 3 Een patiënt met een ESR1 expressie die 1% hoger is dan die van een andere patiënt zal gemiddeld een expressieniveau voor het S100A8 gen hebben dat ongeveer -1.61% lager is (95% BI [-1.92,-1.31])%.

log2μ^1=23.4011.615×logESR1, log2μ^2=23.4011.615×logESR2 log2μ^2log2μ^1=1.615(log2ESR2log2ESR1) log2[μ^2μ^1]=1.615log2[ESR2ESR1] μ^2μ^1=[ESR2ESR1]1.615=1.011.615=0.9841.6%

Merk op dat voor waarden van

10<β1<101.01β11β1100.

Dus voor log-getransformeerde predictoren met kleine tot gematigde waarden voor β1 kan de helling β1 als volgt geïnterpreteerd worden: een 1% toename in de predictor resulteert gemiddelde in een β1% verschil in de uitkomst.