Een computer kan niet alleen getallen onthouden, maar ook berekeningen voor jou uitvoeren. Stel dat je wilt weten hoeveel 5 + 5 is. Dat kun je natuurlijk zelf uitrekenen, maar de computer kan dat ook heel snel en heel precies.

Het werkt een beetje alsof je de computer een rekenmachine geeft. Je typt de som in, en de computer geeft jou het antwoord terug.

We kunnen bijvoorbeeld schrijven:

som = 5 + 5

Wat gebeurt er hier?

  1. Eerst rekent de computer 5 + 5 uit.
  2. Het resultaat daarvan is 10.
  3. Dat resultaat wordt opgeslagen in de variabele som.

Nu weet de computer dus dat som gelijk is aan 10, en kan je dat later opnieuw gebruiken.



Opdracht

Maak een variabele som aan die het resultaat van 5 + 5 opslaat.