Opgave

Lees de score op 20 in voor drie vakken (algebra, statistiek en meetkunde). Je bent geslaagd als je op elk vak minstens 8 hebt en in totaal minstens 34 op 60.

Ga na wie geslaagd is en wie niet.

Je start jouw oefening met onderstaande code:

algebra = float(input('Vul de score in voor het onderdeel algebra:'))
statistiek = float(input('Vul de score in voor het onderdeel statistiek:'))
meetkunde = float(input('Vul de score in voor het onderdeel meetkunde:'))