Doel
In deze oefening leer je een
- variabele aanmaken;
- en de inhoud van de variabele naar het scherm printen.
Opgave
- Maak een variabele met de naam
voornaam
en geef dit de waarde "Alice"
;
- Print de inhoud van de variabele
voornaam
naar het scherm.
Uitvoer
Alice