Opgave

Men noemt twee getallen priemtweelingen1 indien het beide priemgetallen zijn en ze precies twee van elkaar verwijderd zijn. Zo zijn 3 en 5 bijvoorbeeld priemtweelingen.

Schrijf een functie priemtweeling( getal ) dat controleert of er voor een gegeven getal een priemtweeling gevonden kan worden. Gebruik hierbij de functie is_priem().

Schrijf uiteindelijk een programma dat een getal aan de gebruiker vraagt en daar de functie priemtweeling() op los laat.

Voorbeelden

Geeft de gebruiker 5 in, dan verschijnt er:

Je kan twee priemtweelingen vinden van 5, namelijk 3 en 7.

Geeft de gebruiker 11 in, dan verschijnt er:

Je kan één priemtweeling vinden van 11, namelijk 13.

Geeft de gebruiker 20 in, dan verschijnt er:

Je kan geen priemtweeling vinden van 20.

Geeft de gebruiker 53 in, dan verschijnt er:

Je kan geen priemtweeling vinden van 53.