Een groep basketbalfans besluit kaartjes te kopen voor de Euroleague. De tickets worden verkocht in twee prijscategorieën:

De basketbalfans hebben een gedeeld budget en het aantal mensen in de groep bepaalt welk percentage van het budget aan vervoer wordt besteed:

personen percentage budget voor vervoerskosten
1 tot 4 75% van het budget
5 tot 9 60% van het budget
10 tot 24 50% van het budget
25 tot 49 40% van het budget
50 of meer 25% van het budget

Opgave

Schrijf een programma dat berekent of het voorziene budget voldoende is voor de groep basketbalfans om in de geselecteerde categorie (VIP of Normaal) de wedstrijd te volgen. Je toont het tekort of het overschot, afgerond tot maximaal 2 cijfers na de komma.

Voorbeeld 1

Zijn er bijvoorbeeld 6 basketbalfans met een budget van € 1000 die normale kaartje willen kopen voor de wedstrijd. Er zal dan 60% of € 600 nodig zijn voor het vervoer (vliegtuig, bus, auto…) naar de match. Er blijft dan € 400 over om 6 kaartjes van € 110 te kopen. De vriendgroep komt dus € 260 te kort en blijft thuis.

Invoer
6
1000
N
Uitvoer
Je hebt € 260.0 te kort om met je vrienden naar de Euroleague te gaan.

Voorbeeld 2

Tien basketbalfans hebben flink gespaard om VIP-tickets te kopen voor de basketbalmatch. Ze beschikken over een budget van € 4500. Er gaat 50% of € 2250 naar de vervoerskosten. Tien VIP-tickets kosten samen € 2250. Exact het bedrag dat ze nog over hadden om aan tickets te besteden. Deze groep vrienden vertrekt morgen naar de basketbalmatch.

Invoer
10
4500
V
Uitvoer
Je hebt € 0.0 over om met je vrienden naar de Euroleague te gaan.