π Voorbeeld - Panini stickers
Als je deze zomer in de supermarkt inkopen doet, krijg je bij elke aankoop een Panini sticker van de Tour de France. Isolde verzamelt deze stickers en haar doel is om alle verschillende stickers te bezitten zodat haar album volledig volgeplakt is. Isolde gebruikt de volgende datastructuur om haar stickerverzameling digitaal bij te houden.
stickers = { 'Pogacar', 'Van Aert', 'Yates' } print(stickers)
π Voorbeeld - Dezelfde stickers
Isolde baalt als ze een sticker krijgt die ze al heeft, want hiermee komt ze niet dichter bij haar doel. Bijvoorbeeld, een sticker van βVan Aertβ toevoegen aan haar verzameling, verandert de verzameling niet.
{ 'Pogacar', 'Van Aert', 'Yates', 'Van Aert' } == { 'Pogacar', 'Van Aert', 'Yates' }
π Voorbeeld - Stickers in willekeurige volgorde
De volgorde van de stickers in de verzameling is niet van belang.
{ 'Pogacar', 'Van Aert', 'Yates' } == { 'Van Aert', 'Yates', 'Pogacar' }
π Voorbeeld - Heb je Pogacar?
Bij verzamelingen is het interessant om te weten of een element al dan niet in je verzameling zit. Heb jij de sticker van Pogacar al?
'Pogacar' in { 'Pogacar', 'Van Aert', 'Yates' } == True
π‘ Hint
Bij de stickerverzameling gaat het erom welke stickers wel of niet in de verzameling zitten.