đŸ’ģ Programmeeroefening - Oefenen, oefenen, oefenen

Bestudeer elk van de onderstaande stukjes code aandachtig.
Probeer te voorspellen wat de output op het scherm zal zijn.

Voer de code daarna uit in de sandbox en bekijk goed wat er verschijnt.
Was dit wat je verwachtte?

Let vooral op het verschil tussen print en return:

  • Met print toon je iets op het scherm, maar de functie geeft niets terug.
  • Met return geef je een waarde terug aan het programma, maar die wordt pas zichtbaar als je ze zelf print.

Soms lijkt het alsof de functie niets doet, of er verschijnt None op het scherm.
Dat komt omdat een functie die niets retourneert automatisch None teruggeeft.
Probeer te begrijpen wanneer dat gebeurt, en hoe je dat kunt vermijden.

Oefening 1 🧮✨

def test():
    print(2 + 3)
x = test()
print(x)

Oefening 2 đŸ”ĸ🤔

def test():
    print("EÊn")
    return "Twee"
    print("Drie")
print(test())

Oefening 3 👋🧙

def hallo(naam):
    print("hallo", naam)
    return(naam)
print(hallo("Gimli"))

Oefening 4 âœŒī¸đŸ”

def verdubbel(x):
    x2 = x * 2
print(verdubbel(5))

Oefening 5 ➕✅

def bereken(x, y):
    return x + y
    print("Klaar!")
print(bereken(3, 4))

Oefening 6 🔄📊

def verdubbel(x):
    print(x * 2)
y = verdubbel(4)
print(y)

Oefening 7 ➕🔍

def bereken(x):
    return x + 1
a = bereken(2)
b = bereken(a)
print(b)

Oefening 8 ➕đŸ”ĸ

def som(a, b=3):
    print(a + b)
som(2)
som(2, 10)

Oefening 9 🏅đŸ”ĩ

def speler(naam, team='blauw', score=0):
    print(naam, 'zit in team', team, 'met score', score)
speler('Nina', 5)

Oefening 10 🏆📝

def speler(naam, team='blauw', score=0):
    print(naam, 'zit in team', team, 'met score', score)
speler('groen', score=5)

đŸ’ģ Programmeeroefening - Weg met None đŸšĢ📄

Onderstaand stukje code print None, hoewel we dat niet willen.

Pas de code aan zodat de None niet afgedrukt wordt.

def zeg_hallo():
    print("Hallo!")
print(zeg_hallo())

Opmerking: er zijn twee mogelijke oplossingen, kan je ze alletwee vinden?