Laura organiseert een feestje voor haar 16de verjaardag en wil voor elke persoon cola voorzien. Bij de plaatselijke drankenhandel worden blikken frisdrank verkocht in 6-packs, 12-packs of 24-packs. Hoe groter de verpakking, hoe kleiner de prijs per blik:
Laura wil de drank zo goedkoop mogelijk aankopen, maar wil na het feest ook zo weinig mogelijk overhouden.
Schrijf een programma dat bepaalt hoeveel verpakkingen van elk type Laura moet kopen, als ze voor elke aanwezige twee blikken cola voorziet. Als invoer wordt het aantal aanwezigen opgevraagd. Het programma drukt vervolgens het aantal verpakkingen van elk type af, gevolgd door de totale kostprijs afgerond tot op 2 decimalen. Zorg dat jouw uitvoer dezelfde vorm heeft als hieronder.
Invoer
10 # 10 aanwezigen betekent 20 blikjes
Uitvoer
Aantal 24-packs: 0
Aantal 12-packs: 1
Aantal 6-packs: 1
Aantal aparte blikjes: 2
Totale prijs: 18,35 euro