Oefening 1

Maak een programma dat vraagt hoeveel je behaald hebt op een toets en op hoeveel die toets stond. Het programma berekent jouw procent en zegt of je geslaagd bent of niet. Je bent geslaagd als je 50 procent of meer behaalt. Rond het procent af op 2 cijfers na de komma.

Voorbeeld 1

Invoer

5.5
12

Uitvoer

Je behaalde 45.83 procent. Je bent niet geslaagd.

Voorbeeld 2

Invoer

14
21

Uitvoer

Je behaalde 66.67 procent. Je bent geslaagd.