Je vindt samen met je vrienden van de jeugdbeweging een vierkanten plaat die kan dienst doen als het dak van een kamp. Het is wel wat werk, maar je zet samen met je vrienden de plaat schuin tegen een muur. Je hebt nu een afdakje gemaakt. Om het comfortabel te maken, wil je een blauw zeil onder het afdakje leggen.
Helaas is de plooimeter na het meten van de hoogte \(h\) en de zijde \(z\) van de vierkanten plaat, verloren gegaan.
Schrijf een programma die aan de gebruiker achtereenvolgens \(h\) en \(z\) vraagt (telkens in meter). Beide waarden zijn groter dan 0. Het programma berekent
Je krijgt de volgende f-string: print(f"{opp_zeil=} {volume=}")
. De waarden van de variabelen opp_zeil
en volume
worden dan onmiddellijk na de naam van de variabelen getoond.
Namen van variabelen tonen
Wil je met naast de waarde van een variabele ook de naam tonen, gebruik dan de f-string als volgt:
print(f"{variabele=}")
4.0
5.0
opp_zeil=15.00000 volume=30.00000