Achtergrondinformatie

Elk cijfer in een getal kan afzonderlijk aangeduid worden (zie figuur).

Opdracht

Schrijf een programma dat de laatste 2 cijfers (tiental en éénheid) van een getal van plaats wisselt. (zie voorbeelden)

Een mogelijke aanpak

Het programma …

Invoer

Een getal x ∈ N.

Uitvoer

Eén getal dat ontstaat door het tiental en de éénheid van het ingevoerde getal van plaats te wisselen.

Voorbeeld 1

Invoer

398679

Uitvoer

398697

Voorbeeld 2

Invoer

46130

Uitvoer

46103

Voorbeeld 3

Invoer

7

Uitvoer

70