Wanneer je in het schaakspel een Dame verzet, dan beweegt deze horizontaal, verticaal of schuin. De Dame mag zo ver bewegen als je maar wil. Als je haar verzet mag ze niet op hetzelfde veld blijven staan.
Schrijf een functie is_geldige_damezet(k1, r1, k2, r2)
, die 4 getallen (van 1 t.e.m. 8) als parameters neemt. Deze getallen stellen respectievelijk de kolom en de rij van het eerste veld, en de kolom en de rij van het tweede veld voor.
De functie returnt True
als de Dame van veld 1 naar veld 2 mag bewegen en False
als dit niet mag.
print(is_geldige_damezet(4, 5, 6, 5))
print(is_geldige_damezet(4, 3, 1, 6))
print(is_geldige_damezet(4, 5, 6, 6))
print(is_geldige_damezet(5, 1, 5, 1))
True
True
False
False
Je maakte reeds de oefeningen ‘Loper aan zet’ en ‘Toren aan zet’. Omdat een Dame beweegt als een Loper en een Toren samen kun je deze oefening héél gemakkelijk oplossen als je die 2 functies hergebruikt.