Schrijf een functie cijfers(x)
dat een getal met 4 cijfers als parameter neemt. De functie returnt een string die zegt welke cijfers er in het getal zitten.
print(cijfers(1234))
De cijfers van 1234 zijn 1, 2, 3 en 4.
print(cijfers(5500))
De cijfers van 5500 zijn 5, 5, 0 en 0.