Het vorige programma maakte gebruik van twee Python commando’s input() en print(), ook wel functies genoemd. Deze twee commando’s zorgen ervoor dat je het computerprogramma met jou kan laten communiceren.

❓ Vraag

Hoe kan de computer gegevens van je opvragen en antwoorden teruggeven?

Het commando print() toont informatie aan de gebruiker. De informatie die getoond moet worden, staat tussen de haakjes van het print() commando. Na het tonen van de informatie binnen de haakjes, wordt er een nieuwe regel gestart. Twee prints na elkaar zorgen er dus voor dat het resultaat van de tweede print onder dat van de eerste print komt te staan. Een lege print creëert een witregel. Informatie die de computer verstuurt beschouwen we als uitvoer.

De functie input() ❓ Vraagt informatie aan de gebruiker. Om ervoor te zorgen dat we de ingegeven waarde kunnen gebruiken in ons programma, geven we die waarde een naam. In dit programma gebruiken we voornaam als naam voor de waarde. Wanneer de gebruiker op Enter ↩ drukt, weet het programma dat er informatie is ingegeven en kan het verder gaan. In het vorige programma schrijf je dus je voornaam + Enter ↩. Informatie die de computer ontvangt beschouwen we als invoer.

❗ Begrip - Invoer-uitvoer

De interactie tussen computer en gebruiker noemen we invoer-uitvoer.

Vaak kom je dit tegen in het Engels (input-output) of wordt het afgekort tot I/O.

Je naam intoetsen zodat de computer die kan inlezen doe je via je toetsenbord, maar ook muisklikken, aanrakingen op een touchpad of afdrukken via een printer zijn I/O.

Niet enkel met de computer kan je interageren. Ook andere digitale systemen zoals tablet, smartphone en PlayStation kennen een vorm van invoer-uitvoer.

🧠 Denkoefening - I/O voorbeelden

Kan je nog meer voorbeelden van I/O bedenken?

🤔 Huh? - Printer

We gebruiken print() om een boodschap aan de gebruiker te tonen. Komt er dan iets uit mijn printer?

De eerste elektronische computers zijn gebouwd aan het einde van de tweede wereldoorlog. Ze werden gebruikt om codes te kraken en tabellen op te stellen die het traject van vuurpijlen en bommen moesten berekenen voor de artillerie. Lang voordat het eerste computerscherm bestond dus. Deze eerste computers konden enkel met de gebruiker communiceren via een printer. Intussen hebben computerschermen deze rol gelukkig grotendeels overgenomen, maar de naam print is gebleven.