Typische autocorrectie maakt de volgende wijzigingen. Schrijf voor elke opgave een functie die de aangepaste string als returnwaarde heeft.
tweeHoofdletters(tekst): als een woord begint met twee hoofdletters gevolgd door een kleine letter, dan wordt de tweede hoofdletter gewijzigd in een kleine letter;
dubbelWoord(tekst): als een zin een woord bevat dat onmiddellijk gevolgd wordt door hetzelfde woord, dan wordt het tweede woord verwijderd;
startKleineLetter(tekst): als een zin begint met een kleine letter, dan wordt die gewijzigd in een hoofdletter;
wisselen(tekst): als een woord volledig uit hoofdletters bestaat, behalve de eerste letter die een kleine letter is, dan wordt de kleine letter een hoofdletter en alle hoofdletters kleine letters;
naamVanDag(tekst): als de zin de naam van een dag bevat die met een hoofdletter begint, dan wordt de eerste letter in een kleine letter veranderd.