Oefening 3

Schrijf een programma dat de body mass index berekent van de gebruiker van het programma. Vervolgens zegt het programma of zijn/haar BMI te laag, goed of te hoog is. De gebruiker geeft eerst zijn lengte in m in en vervolgens zijn gewicht in kg. Rond het BMI af op 1 cijfer na de komma. De formule om het BMI te berekenen kan je terugvinden op je toetsblad.

Voorbeeld 1

Invoer

1.80
50

Uitvoer

Jouw BMI bedraagt 15.4. 
Dit is te laag.

Voorbeeld 2

Invoer

1.10
37

Uitvoer

Jouw BMI bedraagt 30.6. 
Dit is te hoog.

Voorbeeld 3

Invoer

1.57
48

Uitvoer

Jouw BMI bedraagt 19.5.
Dit is goed.