Opdracht

Vraag aan de gebruiker een positief getal. Controleer dat het getal kleiner of gelijk is aan 5. Indien het groter is dan 5 dan vraag je een nieuw getal aan de gebruiker. Herhaal dit tot de gebruiker een correcte invoer geeft. Geef de correcte invoer weer op het scherm.

Invoer

Een aantal natuurlijke getallen.

Uitvoer

Het eerste getal dat groter of gelijk is aan 0 en kleiner of gelijk is aan 5.

Voorbeeld

Invoer

7
12
25
3

Uitvoer

De correcte invoer is 3.