Je werkt voor een fitnesscentrum en je moet een programma schrijven dat de fitnessactiviteit bepaalt op basis van de trainingstijd en, indien van toepassing, de intensiteit van de activiteit.
Het programma moet beslissen welke fitnessactiviteit geschikt is op basis van deze gegevens.
De fitnessactiviteiten zijn:

Licht: Geschikt voor trainingen onder de 30 minuten, ongeacht de intensiteit.
Gemiddeld: Geschikt voor trainingen tussen de 30 en 60 minuten met een lichte of medium intensiteit.
Intensief: Geschikt voor trainingen langer dan 60 minuten of trainingen van 30-60 minuten met een zware intensiteit.

De opdracht:

• Vraag de gebruiker hoe lang (in minuten) hij getraind heeft (een getal tussen 1 en 180).
• Als de training langer duurt dan 30 minuten, vraag dan naar de intensiteit van de training (mogelijkheden: "licht", "medium" of "zwaar").
• Bepaal op basis van de ingevoerde waarden welke fitnessactiviteit er geschikt is, en geef deze weer aan de gebruiker.


Invoer

1 regel of 2 regels: eerste regel: een geheel getal tussen 1 en 180 dat de trainingstijd in minuten aangeeft. tweede regel (indien van toepassing): de intensiteit. Een woord: "licht", "medium" of "zwaar".

Uitvoer

1 regel: de activiteit die geschikt is op basis van de tijd en intensiteit. Keuze uit deze opties: "Activiteit: Licht" "Activiteit: Gemiddeld" "Activiteit: Intensief"

Voorbeeld 1

Invoer:

20

Uitvoer:

Activiteit: Licht

Voorbeeld 2

Invoer:

50
medium

Uitvoer:

Activiteit: Gemiddeld

Voorbeeld 3

Invoer:

70
zwaar

Uitvoer:

Activiteit: Intensief