Schrijf een functie gemiddelde(lijst)
die als parameter een lijst met getallen heeft. De functie returnt het gemiddelde van die getallen.
Gebruik builtin functies om deze oefening op te lossen.
lijst
zal altijd minstens 1 getal bevatten.
print(gemiddelde([1, 2, 3]))
2.0
print(gemiddelde([5]))
5.0
print(gemiddelde([1, 3, 5, 7, 9]))
5.0