In deze oefening bouwen we de klasse Tractatie, die bedoeld is om bij te houden wie wat betaald heeft tijdens een avondje uit met kennissen en vrienden. Je dient dus bij te houden voor welk bedrag elk van de deelnemers besteld heeft, en welk bedrag elke deelnemer al betaald heeft. Bedragen worden via gehele getallen, uitdrukt in eurocent, voorgesteld.

Programmeer in de klasse Tractatie het volgende:

Voorbeeld

t = Tractatie('Feestje', ['Jan', 'An', 'Dirk', 'Sien'])
print(t) # [Feestje,[('Jan', 0, 0), ('An', 0, 0), ('Dirk', 0, 0), ('Sien', 0, 0)]]
u = Tractatie('Feestje',['Jan', 'An', 'Dirk', 'Sien'])
v = Tractatie('Feestje',['Jan', 'An', 'Dirk'])
t == u	# True
t == v  # False
t == eval(repr(u)) # True
t == eval(repr(v)) # False
t += ('Jan', 220)
t += ('Dirk', 210)
t += ('Jan', 120)
print(t) # [Feestje,[('Jan', 340, 0), ('An', 0, 0), ('Dirk', 210, 0), ('Sien', 0, 0)]]
print(t('Jan')) # (340, 0)
print(t('Pieter')) # ?
t -= 'An'
print(t) # [Feestje,[('Jan', 340, 0), ('An', 0, 550), ('Dirk', 210, 0), ('Sien', 0, 0)]]
t += ('Dirk', 140)
t += ('Sien', 250)
t -= 'Dirk'
print(t) # [Feestje,[('Jan', 340, 0), ('An', 0, 550), ('Dirk', 350, 390), ('Sien', 250, 0)]]