Een NumPy-tabel met $$M$$ rijen en $$N$$ kolommen bevat $$M$$ vectoren met elk $$N$$ elementen.
De vector uit rij $$i$$ noemen we $$\mathbf{x}_i$$.
Daarnaast is ook een rij $$y$$ met $$M$$ elementen gegeven. Voor elk van de vectoren $$\mathbf{x}_i$$ beschikken we dus over een bijhorende $$y$$-waarde, namelijk $$y_i$$.
Verder is gegeven dat bij benadering geldt dat
$$
y_i \approx w_N + \sum_{k=0}^{N-1} w_k x_{i,k}
$$
met $$x_{i,k}$$ de $$k$$-de component van $$\mathbf{x_i}$$.
We zoeken nu de vector $$\mathbf{x}_i$$ waarvoor de gemaakte fout in bovenstaande benadering in absolute waarde het grootst is.$$ $$
Schrijf de functie buitenbeentje()
met als argumenten:
Merk op dat het Dodonascript je resultaat omzet naar een lijst. Het resultaat van je functie moet wel degelijk een 1D NumPy-rij zijn. De numerieke waarden worden ook afgekapt op 4 decimalen.
buitenbeentje(np.array([[5.9, 2.5, 6.4], [5.3, -2.8, 6.1], [2.1, 1.2, 9.2], [-1.3, -0.7, -7.4], [-4.1, -3.0, 4.9], [3.4, 3.8, 5.6], [-2.3, 5.2, -5.9], [6.1, -1.0, -7.4], [-7.5, -0.4, -4.0], [5.7, -3.1, 7.2]]), np.array([-7.882, -2.183999999999998, -25.173999999999996, 16.231000000000005, -26.677, -13.716999999999999, 2.6030000000000033, 38.79, -13.298000000000002, -3.6709999999999985]), np.array([3, -1, -3, -3])) #[5.9, 2.5, 6.4] buitenbeentje(np.array([[-0.3, -7.2, 3.4, -8.4], [2.4, 1.1, -5.1, 5.9], [-8.5, -1.6, 6.8, -3.7], [-8.7, -9.6, -8.4, -0.3], [-4.6, 2.0, -4.2, 5.4], [-3.2, -7.5, 2.3, -7.4]]), np.array([30.385, 4.823999999999998, -44.812, -5.480999999999995, -31.139, 16.102000000000004]), np.array([5, -1, -3, -4, 2])) #[-4.6, 2.0, -4.2, 5.4]