Een IBAN staat gelijk aan een bankrekeningnummer. Het aantal tekens varieert van land tot land, maar het maximum is 34. Aan het begin van elke IBAN staan telkens twee letters die overeenstemmen met de code van het land waarin de rekening wordt gehouden. Bijvoorbeeld FR voor een Franse rekening of NL voor een Nederlandse rekening.
Voorbeelden:
Belgisch rekeningnummer: BE68 5390 0754 7034
Nederlands rekeningnummer: NL54 INGB 0001 2345 67
Schrijf een programma dat volgende bewerkingen op bankrekeningnummers uitvoert:
Een bankrekeningnummer, waarvan de eerste 2 letters de landcode vormen. Na de landcode volgen een aantal cijfers of letters afhankelijk van het land. Om de vier tekens is er een spatie voorzien.
Bankrekeningnummer opgesplitst per groep onder elkaar.
Landcode in zin: De landcode is LC.
De verborgen bankrekening is LC*******cc.
Waarbij LC de landcode is en cc de laatste 2 cijfers.
Invoer
NL54 INGB 0001 2345 67
Uitvoer
NL54
INGB
0001
2345
67
De landcode is NL.
De verborgen bankrekening is NL******************67.
Invoer
BE68 5390 0754 7034
Uitvoer
BE68
5390
0754
7034
De landcode is BE.
De verborgen bankrekening is BE***************34.