Een reële vector in de drie-dimensionale ruimte wordt gekenmerkt door drie reële getallen (type float). Programmeer volgende methoden in de klasse Vector3D:

Voorbeeld

v = Vector3D(1.0, 0.0, 0.0)
print(v.x) # 1.0
print(v.y) # 0.0
print(v.z) # 0.0
print(abs(v)) # 1.0
v1 = eval(repr(v))
print(v1.x == v.x)   # True
print(v1.y == v.y)   # True
print(v1.z == v.z)   # True
w = Vector3D(0.0, 1.0, 0.0)
print(str(v + w)) # [1.000000,1.000000,0.000000]
print(str(v - w)) # [1.000000,-1.000000,0.000000]
print(v*w) # 0.0
print(str(v @ w)) # [0.000000,0.000000,1.000000]
print(str(w @ v)) # [0.000000,0.000000,-1.000000]