Ga verder met je oplossing van de vorige oefening. Het gesprekje tussen computer en de gebruiker gaat nu verder.

Een mogelijke invoer van de gebruiker vind je in het vet en schuingedrukt; dat is alleen om jullie het onderscheid tussen computer-tekst en gebruikers-tekst te tonen.

Voorbeeld

Dag, met wie spreek ik? Klaas Vaak
Dag Klaas Vaak!
In welk jaar ben je geboren? 1855
Dan ben je (of word je) dit jaar (2026) 171.

Opmerkingen