Je gaat bowlen met je vrienden en huurt samen een aantal banen.
De huurprijs voor één baan bedraagt €29. In deze prijs zitten de schoenen en één drankje per persoon inbegrepen.

Opdracht:


Schrijf een programma dat berekent hoeveel elke persoon uit je groep moet betalen.
Je programma moet:
  1. Vragen hoeveel banen jullie huren.
  2. Vragen hoeveel vrienden er mee gaan bowlen.
  3. Rekenen met bedragen in euro’s en afronden tot op 2 cijfers na de komma (je kan geen kleiner bedrag betalen dan één cent!).


Invoer

Twee regels:

Uitvoer

Een regel die het bedrag toont per persoon

Voorbeeld

Invoer:

2
10

Uitvoer:

Elke persoon moet 5.8 euro betalen.