Tweedegraadsvergelijkingen

Opgave

Maak een programma voor tweedegraadsvergelijkingen. Het programma moet de coëfficiënten opvragen. Daarmee moet de discriminant, het aantal oplossingen, de oplossing en de vorm van de parabool beschreven worden.

Als er voor de coëfficiënt a 0 wordt ingegeven, moet er gemeld worden dat dit geen tweedegraadsvergelijking is.

Invoer

Je geeft 3 inputvariabelen in: de 3 coëfficiënten die steeds gehele getallen zijn.

Uitvoer

Python drukt de antwoorden in tekst af.

Voorbeeld

Geef coëfficiënt a in in ax²+bx+c=0. 1
Geef coëfficiënt b in in ax²+bx+c=0. -2
Geef coëfficiënt c in in ax²+bx+c=0. -3
De discriminant is 16.
De vergelijking heeft 2 oplossingen: -1.0 en 3.0.
De grafiek is een dalparabool.

Geef coëfficiënt a in in ax²+bx+c=0. 0
Geef coëfficiënt b in in ax²+bx+c=0. -5
Geef coëfficiënt c in in ax²+bx+c=0. 6
Dit is geen tweedegraadsvergelijking.

Geef coëfficiënt a in in ax²+bx+c=0. -1
Geef coëfficiënt b in in ax²+bx+c=0. -2
Geef coëfficiënt c in in ax²+bx+c=0. -3
De discriminant is -8.
De vergelijking heeft geen oplossingen.
De grafiek is een bergparabool.