String Slicing
Invoer
De invoer bestaat uit twee elementen elk op een afzonderlijke regel:
- een woord of een tekst (één lijn)
- een geheel getal (i)
Uitvoer
De uitvoer bestaat uit 6 regels:
- Het karakter met index i uit de tekst
- Het stuk van de tekst voor index i
- Het stuk van de tekst na index i
- De tekst omgekeerd
- De tekst zonder het eerste en het laatste karakter
- De tekst waarbij je het karakter met index i vervangt door de letter X
Opmerkingen
- Je mag ervan uitgaan dat een positief geheel getal wordt ingegeven dat kleiner is dan het aantal karakters in de string.
- Bovenstaande puntjes zijn 6 afzonderlijke print statements, er komen geen lussen of dergelijke aan te pas. Dit is een eenvoudige opdracht om string slicing in te oefenen.
Voorbeeld
Invoer:
lenlemeire
2
Uitvoer:
n
le
lemeire
eriemelnel
enlemeir
leXlemeire