Haiku is een korte Japanse dichtvorm die typisch voldoet aan de volgende drie voorwaarden:
De essentie van haiku is het "snijden" (kiru). Dit wordt vaak voorgesteld als het naast elkaar plaatsen van twee beelden of ideeën, met daartussen een snijwoord (kireji). Dit is een soort verbaal leesteken dat het moment van de scheiding aanduidt en kleur geeft aan de manier waarop de samengestelde elementen verbonden worden.
De traditionele haiku bestaat uit 17 on (ook morea genoemd) in drie fasen van respectievelijk 5, 7 en 5 on. Elk van deze drie fasen kan eindigen met het snijwoord. Hoewel vaak gezegd wordt dat een haiku uit 17 lettergrepen is opgebouwd, is dit toch niet helemaal correct aangezien lettergrepen en on niet hetzelfde zijn.
Een verwijzing naar de seizoenen (kigo) die meestal genomen wordt uit een saijiki, een uitgebreide lijst van seizoensgebonden woorden. De meeste kigo — maar zeker niet allemaal — verwijzen ook naar de natuur. Dit, in combinatie met de ontstaansgeschiedenis van haiku in het pre-industriële Japan, gaf aanleiding tot de verkeerde indruk dat haiku noodzakelijk natuurgebonden gedichten moeten zijn.
De dichtvorm is in de 17e eeuw in Japan uit oudere vormen ontstaan door de wedijver tussen verschillende grote dichters, waarvan Matsuo Basho waarschijnlijk de bekendste meester is. De toepassing was toen de hokku, de aanzetstrofe voor de renga, een kettinggedicht, waaronder de tan renga of als eerste deel van de tanka. Pas aan het eind van de 19e eeuw werd door Masaoka Shiki het begingedicht hokku verzelfstandigd tot de haiku. Strikt genomen zijn daarmee de oudere gedichten van deze vorm hokku, ook al was het niet ongewoon dat het eervolle beginvers geschreven werd zonder de verwachting dat er een renga mee geschreven werd. Een van de beroemdste haiku, feitelijk een hokku, is van de hand van Matsuo Basho en luidt:
furu ike ya
kawazu tobikomu
mizu no oto
of in een mogelijke vertaling
Ach oude vijver
de kikkers springen er in
geluid van water.
De invoer bestaat uit de drie fasen van een gedicht, elk op een afzonderlijke regel.
Indien de regels van het gedicht bestaan uit respectievelijk 5, 7 en 5 on, dan moet de tekst "Dit is een haiku." uitgeschreven worden. Anders moet de tekst "Dit is geen haiku." uitgeschreven worden. Hoewel niet geheel correct, moet het aantal on van een tekst hierbij bepaald worden als het aantal opeenvolgingen van klinkers (a, e, i, o, u of y) in de tekst. Hierbij mag geen onderscheid gemaakt worden tussen hoofdletters en kleine letters.
Invoer:
door zomerregens
zijn de kraanvogelpoten
korter geworden
Uitvoer:
Dit is een haiku.