Wet van de grote aantallen in de praktijk.

Een voorbeeld

y <- c()
for (x in 1:500) {
  dobbel <- sample(1:6, size = x, replace = TRUE)
  dobbel_mean <- mean(dobbel)
  y <- append(y, c(dobbel_mean))
}

plot(1:500, y, ylim = c(0, 6),
     xlab = "Aantal worpen",
     ylab = "Gemiddeld aantal ogen")

Opgave

Doe hetzelfde maar voor een D8 dobbelsteen die bovendien verzwaard werd langs de kant van de acht. De tegenoverliggende zijde, één, werd verzwaard zodat de kans om een 8 te gooien 20% is.

Welke waarden verwachten we te gooien met deze D8 dobbelsteen?