Een spreadsheet of (digitaal) rekenblad is een interactieve computertoepassing om gegevens in tabelvorm te organiseren en analyseren. Dergelijke programma's kunnen bewerkingen uitvoeren op de gegevens die in de cellen van een rechthoekig rooster staan. Voor de verwijzing naar een cel die op een gegeven rij en kolom in het rooster staat, bestaan er twee notatievormen. Een celverwijzing in de A1 stijl bestaat uit één of meer hoofdletters die het kolomnummer voorstellen (te beginnen bij kolom A) gevolgd door een rijnummer (te beginnen bij rij 1). De alternatieve R1C1 stijl voor celverwijzingen wordt achtereenvolgens opgebouwd uit de letter R, een rijnummer, de letter C en een kolomnummer. Bij deze stijl worden de rijen en kolommen genummerd vanaf 1. Moderne spreadsheets gebruiken meestal de A1 stijl, maar sommige ondersteunen ook de R1C1 stijl als een alternatieve notatievorm.

De nummering van kolommen in de A1 stijl werkt als volgt. De eerste kolom heeft nummer A, de tweede nummer B, enzoverder tot kolom 26 die het nummer Z krijgt. Daarna worden twee letters gebruikt voor de nummering van de kolommen: kolom 27 heeft nummer AA, kolom 28 nummer AB, kolom 52 nummer AZ, kolom 53 nummer BA, enzoverder. Na ZZ volgt een nummering met drie letters, na ZZZ volgt een nummering met vier letters, enzoverder.

Het eerste digitale rekenblad was VisiCalc¹ (visual calculator) van het bedrijf Visicorp. VisiCalc werd bedacht door Dan Bricklin en grotendeels geprogrammeerd door Bob Frankston. Het was de killer application die de eerste Apple computers groot gemaakt heeft. Het werd na de lancering van Lotus 1-2-3² in enkele maanden tijd van de kaart geveegd. Tegenwoordig is Microsoft Excel de marktleider voor de Windows en Mac OS X besturingssystemen.

Invoer

De eerste regel van de invoer bevat een getal $$t \in \mathbb{N}$$ dat aangeeft hoeveel celverwijzingen van een spreadsheet er gegeven zijn. Daarna volgen $$t$$ regels die elk een celverwijzing bevatten. Celverwijzingen worden ofwel genoteerd in de A1 stijl of in de R1C1 stijl.

Uitvoer

Zet elk van de gegeven celverwijzingen om naar zijn alternatieve vorm.

Voorbeeld

Invoer:

3
ZY5
R23C55
BC23

Uitvoer:

R5C701
BC23  
R23C55