In hoofdstuk 4 werd de codering geprogrammeerd in een hoofdprogramma. In deze oefening wordt een functie toegevoegd die enkel de codering uitvoert.

Schrijf de functie codeer_ascii(zin), die de opgeven zin codeert en de gecodeerde zin teruggeeft.

Voeg ook de volledige type hinting toe!

Werk dezelfde codering uit als in hoofdstuk 4:

zet elk karakter om naar zijn ASCII-waarde. Voeg vooraan nullen toe, zodat je altijd drie cijfers hebt.
Voeg deze drie cijfers samen tot één woord, en keer dit woord om.

>>> codeer_ascii("Dag Jan!")
330011790470230301790860

!! Enkel de functies worden gecontroleerd in Dodona - het hoofdprogramma moet je dus niet indienen.

Wat is het verschil met de oefening uit hoofdstuk 4?

De zin wordt als parameter doorgegeven aan de functie en wordt dus niet "ingelezen" in de functie.
De gecodeerde zin wordt niet geprint, maar wordt teruggegeven als string.

Waar moet ik de gecodeerde zin uitprinten?

Uitschrijven gebeurt niet in de functie. Je kan een hoofdprogramma toevoegen hiervoor.

Hoe kan ik de functie controleren?

Voeg een hoofdprogramma toe met een correcte aanroep en schrijf de gecodeerde zin op het scherm (de code hiervoor staat in commentaar).

Wat is de correcte type hinting?

def codeer_ascii(zin: str) -> str: