Voor wie zweert bij het feit dat mensen in de goeie oude tijd — voor er rekenmachines en computers bestonden — veel beter waren in hoofdrekenen, verscheen op 1 januari 2000 een ontnuchterend artikel in de New York Times dat aantoont dat dit niet noodzakelijk het geval was.
Blijkbaar was op 6 februari 1898 iemand op de redactie van de krant er met zijn hoofd niet zo goed bij toen hij de voorpagina van de editie voor de volgende dag aan het voorbereiden was. Toen hij een eenheid wilde optellen bij het volgnummer 14.499 in de linkerbovenhoek, kwam hij uit bij het volgnummer 15.000.
Vreemd genoeg is deze fout onopgemerkt gebleven tot eind 1999. Dus draaide de New York Times op 1 januari 2000 de klok terug naar het correcte volgnummer, en werd het volgnummer van die dag 51.254 in plaats van 51.753. Het artikel dat op 14 maart 1995 in de krant verscheen ter gelegenheid van de 50.000e uitgave kwam dus eigenlijk 500 dagen te vroeg. Het had eigenlijk moeten verschijnen op 26 juli 1996.
De fout kwam aan het licht toen de 24-jarige nieuwsassistent Aaron Donovan zich vragen begon te stellen over de historiek van de volgnummers, die hij 's nachts moest bijwerken toen hij op de nieuwsdienst van de New York Times aan het werk was. Hij vroeg zich af of er mogelijk fouten in de nummering geslopen waren. Met behulp van een spreadsheetprogramma maakte hij een overzicht van de datums waarop de krant was uitgegeven sinds zijn oprichting op 18 september 1851. Daardoor merkte hij op dat het volgnummer van de huidige edities eigenlijk 500 te hoog was.
De archieven van de krant gaven aan dat de New York Times tijdens de eerste 500 weken geen zondageditie had. Daarna werd de zondageditie 2296 weken lang (tot april 1905) beschouwd als een uitbreiding van de zaterdageditie, en droeg ze hetzelfde volgnummer. In de begindagen werden er een aantal publicaties overgeslaan op feestdagen. Er werd geen enkele krant uitgegeven tijdens een stakingsperiode van 88 dagen in 1978. Tijdens vijf voorgaande arbeidsconflicten werden toch volgnummers toegewezen aan niet-uitgegeven edities, vaak omdat er later alsnog louter voor de archieven een editie opgesteld werd.
Uiteindelijk, na het bekijken van heel wat boeken met historische voorpagina's en rollen aan microfilms, viel het oog van Aaron Donovan op de datum waar een kloof van 500 uitgaven was gevallen. In een memo tekende Donovan het volgende op:
There is something that appeals to me about the way the issue number marks the passage of time across decades and centuries. It has been steadily climbing for longer than anyone who has ever glanced at it has been alive. The 19th-century newsboy hawking papers in a snowy Union Square is in some minute way bound by the issue number to the Seattle advertising executive reading the paper with her feet propped up on the desk.
De eerste regel van de invoer bevat een geheel getal $$i$$ dat we het increment noemen. Daarna volgt een reeks van nul of meer gehele getallen, elk op een afzonderlijke regel. Deze reeks getallen wordt afgesloten met een regel die enkel de tekst NYT bevat.
Er wordt verondersteld dat elk volgend getal uit de reeks bekomen wordt door het increment op te tellen bij het vorige getal. Voor de getallen uit de reeks waarvoor deze voorwaarde niet geldt, moet een regel uitgeschreven worden van de vorm
vorige -> huidige (verschil)
Hierbij stellen de cursieve fragmenten respectievelijk het vorige getal uit de reeks, het huidige getal uit de reeks, en het verschil tussen het huidige en het vorige getal uit de reeks voor. Het verschil moet telkens voorafgegaan worden door een plus- of minteken (en we schrijven +0 en niet -0). Merk op dat in de reeks getallen dus nul of meer fouten kunnen voorkomen.
Invoer:
1
14490
14491
14492
14493
14494
14495
14496
14497
14498
14499
15000
15001
15002
15003
15004
15005
15006
15007
15008
15009
15010
NYT
Uitvoer:
14499 -> 15000 (+501)