Opgave

Filip wil een bedrag van 298 euro betalen met zo weinig mogelijk biljetten en munten. Hij heeft voldoende biljetten van 50, 20, 10 en 5 euro en munten van 2 en 1 euro ter beschikking.

Schrijf een programma dat berekent hoeveel biljetten van 50, 20, 10 en 5 en hoeveel munten van 2 en 1 hij nodig heeft. Schrijf minstens één lijn commentaar en gebruik minstens zeven variabelen. Toon de aantallen in deze volgorde op één lijn.