'k Zag twee beren broodjes smeren,
oh, dat was een wonder.
't Was een wonder, boven wonder,
dat die beren smeren konden.
Hi hi hi, ha ha ha,
'k stond er bij en ik keek er naar.

Wie kent dit liedje niet uit zijn kindertijd? Bovendien nodigt het uit om er een heleboel combinaties mee maken. Zo kan je bijen wanten laten breien en ganzen tango laten dansen. Voor zover we hebben kunnen achterhalen is de auteur van dit oude kinderliedje onbekend. In het boek "Alles in de wind" van C.J. Aarts en M.C. van Etten — die zich ingespannen hebben om de herkomst van liederen te achterhalen — wordt dit kinderliedje aangegeven als "anoniem voor 1896". De oudste bron die zij hebben kunnen vinden was "Nederlandsch Volksliederen, 134 liederen voor zang en klavier" uit 1896, samengesteld door Daniël de Lange en hr. mr. J.C.M. van Riemsdijk. Daarin wordt dit lied beschreven als afkomstig uit de verzameling van G.J. Boekenoogen.

Opgave

Schrijf een functie kinderliedje die de verzen van het liedje uitschrijft voor een specifieke invulling van vrijheidsgraden waarmee combinaties van het liedje kunnen gemaakt worden. Deze functie moet gebruikmaken van drie optionele parameters: dieren, iets en doen. Indien voor een bepaalde parameter geen waarde wordt doorgegeven aan de functie, wordt de overeenkomstige term uit de oorspronkelijke versie van het kinderliedje als standaardwaarde gebruikt voor die parameter. De verzen moeten door de functie op afzonderlijke regels uitgeschreven worden, op identiek dezelfde manier zoals ze hierboven werden uitgeschreven.

Voorbeeld

>>> kinderliedje()
'k Zag twee beren broodjes smeren,
oh, dat was een wonder.
't Was een wonder, boven wonder,
dat die beren smeren konden.
Hi hi hi, ha ha ha,
'k stond er bij en ik keek er naar.
>>> kinderliedje('bijen', 'wanten', 'breien')
'k Zag twee bijen wanten breien,
oh, dat was een wonder.
't Was een wonder, boven wonder,
dat die bijen breien konden.
Hi hi hi, ha ha ha,
'k stond er bij en ik keek er naar.
>>> kinderliedje(dieren='ganzen', doen='dansen', iets='tango')
'k Zag twee ganzen tango dansen,
oh, dat was een wonder.
't Was een wonder, boven wonder,
dat die ganzen dansen konden.
Hi hi hi, ha ha ha,
'k stond er bij en ik keek er naar.