Na zoveel jaren geleden samen afgestudeerd te zijn, komen Jan en Piet
mekaar tegen op een fuif voor gepensioneerden. Jan arriveerde in een
aftands 2pk-tje en Piet in het meest recente model van Maserati.
Jan kan zijn ogen niet geloven en vraagt aan Piet:
Gij waart vroeger net zo’n drinkebroer
als ik en nu hebt ge het toch ver geschopt; hoe hebt ge dat klaargespeeld ?
Daarop antwoordt Piet:
ik ben heel mijn leven blijven drinken, maar ik heb mijn leeggoed
pas teruggebracht toen ik 65 was, en toen was ik in één klap rijk !
Leeggoed bijhouden lijkt dus wel te lonen. Je hebt diezelfde strategie
gevolgd, en wil nu incasseren. Je bent echter alleen geïnteresseerd in ... nog
meer drank. Dus breng je een aantal bakken leeggoed van Spa terug naar
de winkel en koopt daarmee een aantal volle bakken Spa, uiteraard minder
dan je terugbracht. Na een tijdje levert dat genoeg nieuwe lege bakken op,
en dan herhaal je die operatie.
Hoe lang dat kan doorgaan hangt natuurlijk af van het aantal bakken leeggoed waarmee je begon, de prijs van een lege
bak en de prijs van een volle bak. Op een bepaald moment is het gedaan,
en dan heb je nog wat geld over.
In deze opgave willen we weten hoeveel volle bakken je kan kopen met het aantal lege bakken waarmee je begon, en
hoeveel geld je op het einde nog overhebt.
Opgave
Meer precies: je begint met B stuks leeggoed. De prijs van één stuk leeggoed
is PrijsL. De prijs van een stuk dat vol is (inbegrepen het leeggoed) is PrijsV
(er geldt altijd dat PrijsV > PrijsL). Als je voortdurend leeggoed (en wat geld
eventueel) inruilt voor volgoed (en wat geld eventueel), hoeveel eenheden
volgoed kan je dan nog consumeren tot het ogenblik waarop je niet meer
genoeg hebt om nog een eenheid volgoed aan te schaffen, en hoeveel geld
heb je op dat ogenblik?
Een voorbeeld: je hebt 2 stuks leeggoed; de prijs van 1 stuk leeggoed is 2
euro; de prijs vol is 3 euro. Je wisselt die 2 stuks leeggoed in tegen 1 vol en
drinkt die bak Spa op; je hebt nu 1 stuk leeggoed en 1 euro. Daarmee kan je
1 volle bak kopen, die leegdrinken en wisselen voor cash en dan heb op op
het einde 2 volle bakken gehad, en heb je 2 euro over.
Invoer
De eerste regel stelt het aantal testgevallen voor. Per testgeval volgt één lijn
met daarop drie getallen gescheiden door een blanco; die getallen zijn:
- B: het aantal stuks leeggoed (bakken bijvoorbeeld) waarmee je begint
- PrijsL: de prijs van één stuk leeggoed
- PrijsV: de prijs van één stuk volgoed
voorbeeldinvoer
2
2 2 3
7 1 8
Uitvoer
Per testgeval moet je één regel afdrukken: die begint met het volgnummer
van het testgeval. Dan komt het aantal nieuwe stuks volgoed dat je je hebt
kunnen aanschaffen volgens dat testgeval en daarna hoeveel euro je nog
overhebt. De getallen worden gescheiden door één blanco.
voorbeelduitvoer
1 2 2
2 0 7