Een lens vormt een beeld van een voorwerp (zoals ook spiegels doen). Zo’n lens heeft 2 speciale punten, genaamd brandpunten. In dit soort situatie worden er typisch 3 speciale afstanden gedefinieerd:
Bij de meest gebruikte lenzen voldoen deze afstanden aan de lenzenformule: \(\frac{1}{f}=\frac{1}{v} + \frac{1}{b}\)
Schrijf een functie beeldafstand(f, v)
die de brandpuntafstand en voorwerpafstand als parameters heeft. De functie returnt de beeldafstand.
print(beeldafstand(10, 60))
12.0
print(beeldafstand(12, 24))
24.0