Bij het betalen van een bedrag in euro’s, kunnen verschillende soorten biljetten en munten worden gebruikt. Om het minimale aantal biljetten en munten te bepalen dat nodig is om een bepaald bedrag te betalen, moet je het bedrag eerst opdelen in biljetten en munten van verschillende waardes.
Het minimale aantal biljetten van € 50 dat nodig is om het bedrag te betalen kunnen we achterhalen met volgende code:
bedrag = int( input( "Voer het te betalen bedrag in euro's in: " ) )
aantal_vijftig = bedrag // 50 # dit berekent het quotiënt zonder rest.
restbedrag = bedrag % 50 # dit berekent de rest zonder quotiënt en kent deze toe aan de variabele restbedrag.
# vervolgens kan je verder werken met dit restbedrag
Gebruik bovenstaande code als basis en breid deze uit met het bepalen van het aantal biljetten van 20
, 10
en 5 euro
, en het aantal munten van 2 euro
en 1 euro
dat nodig is om het bedrag te betalen. Gebruik gelijkaardige notatie als in de bovenstaande code voor het bepalen van het aantal biljetten en munten.
Print het totale aantal biljetten en munten dat nodig is om het bedrag te betalen.
Bij een invoer van € 2 543 verschijnt er:
biljet 50: 50
biljet 20: 2
biljet 10: 0
biljet 5: 0
munt 2: 1
munt 1: 1
Tips
- Voer tests uit met verschillende bedragen, zoals € 100, € 73, € 37, enzovoort. Zorg ervoor dat de code correct werkt en het juiste aantal biljetten en munten weergeeft.
- Vergeet niet om te debuggen en eventuele fouten op te lossen.