IC1 - Getting started with R

  1. Lees het bestand ‘scale.csv’ in en sla deze data op in een variabele met de naam df.0 (df wordt vaak gebruikt als naam voor een data frame). df.0 is een data frame met 48 respondenten en 13 variabelen. ‘scale.csv’ is beschikbaar in jouw working directory.

Deze respondenten vulden elk de 10 vragen van de SUS schaal in (scores van 1 tot 5). De SUS schaal wordt gebruikt om de usability van een systeem te beoordelen (meer informatie).

  1. Maak een kopie van de dataframe en noem dit df. Wij werken verder met df.

  2. Voeg een variabele toe aan data frame df met als naam SUS (System Usability Scale). Dit dient dus een nieuwe kolom te zijn in het data frame (df$SUS). De SUS-schaal wordt als volgt berekend:

    van oneven items (SUS1, 3, 5, 7 & 9) trek je 1 af, de even items (SUS2, 4, 6, 8 & 10) trek je af van 5. Deze scores tel je op en vermenigvuldig je met 2.5 om tot de SUS-waarde te komen.

met andere woorden: SUS = ((SUS1-1)+(5-SUS2)+(SUS3-1)+(5-SUS4)+(SUS5-1)+(5-SUS6)+(SUS7-1)+(5-SUS8)+(SUS9-1)+(5-SUS10))*2.5

  1. Bereken het gemiddelde (mean_SUS) en de standaardafwijking (sd_SUS) van df$SUS

Je mag de code hieronder kopieëren om ervoor te zorgen dat alle variablen de juiste namen hebben:

df.0 <- 

df <- 

df$SUS <-

SUS_mean <-
SUS_sd <-