💻 Programmeeroefening - Seizoenen

Schrijf een programma dat aangeeft welk seizoen op een bepaalde dag in het jaar. Vraag eerst naar de maand (Welke maand is het?) en dan naar de dag (Welke dag is het?). Schrijf de maanden in getalvorm, bijvoorbeeld: april wordt 4.

  • Neem aan dat het geen schrikkeljaar is.
  • Ga er voor de eenvoud van uit dat elk nieuw seizoen begint op de 21e van de correcte maand (dat is niet echt zo).
  • Voorbeeld: Bij het ingeven van maand 4 en dag 12, geeft het programma lente.
  • Als de ingegeven maand niet bestaat, print je de boodschap Deze maand bestaat niet..
  • Als de maand wel bestaat, maar de dag niet, print dan Deze dag bestaat niet..