Atbash1 is een manier om berichten te coderen en te decoderen waarbij gebruikgemaakt wordt van een eenvoudige substitutie. De naam van het geheimschrift is afkomstig uit het Hebreeuws en slaat op de werking van de codering: vervang aleph (de eerste letter van het alfabet) door tav (de laatste letter van het alfabet), beth (de tweede letter van het alfabet) door shin (de voorlaatste letter van het alfabet), enzoverder, waardoor het alfabet als het ware omgekeerd wordt.
Atbash komt voor in het Bijbelboek Jeremia (25:26, 54:41) en wordt geassocieerd met de esoterische methodologieën van Joodse mystici. De Atbashcodering komt ook voor in de door Dan Brown geschreven bestseller De Da Vinci Code2.
De Atbash versleuteling voor het Romeinse alfabet kan op de volgende manier voorgesteld worden:
A B C D E F G H I J K L M Z Y X W V U T S R Q P O N
Om te coderen of decoderen zoekt men de te versleutelen letter en vervangt deze door de corresponderende letter daarboven of daaronder. Hierbij moeten hoofdletters vervangen worden door hun gecodeerde hoofdletter en kleine letters door hun gecodeerde kleine letter volgens de regels van de Atbashcodering. Alle overige lettertekens (spaties, cijfers, leestekens, …) blijven ongewijzigd in de gecodeerde tekenreeks. Merk op dat als je de Atbashcodering toepast op een gecodeerde tekst, je automatisch opnieuw de oorspronkelijke tekst bekomt.
Een zin die gecodeerd of gedecodeerd moet worden volgens het Atbash geheimschrift.
De gecodeerde of gedecodeerde tekst voor de zin uit de invoer.
Invoer:
The five boxing wizards jump quickly.
Uitvoer:
Gsv urev ylcrmt draziwh qfnk jfrxpob.
Invoer:
Gsv urev ylcrmt draziwh qfnk jfrxpob.
Uitvoer:
The five boxing wizards jump quickly.