SELECT
De SELECT
-opdracht wordt in SQL gebruikt om gegevens uit een databank op te halen. Het is als het stellen van een vraag aan de databank en het ontvangen van een antwoord met de gevraagde gegevens.
Stel je bijvoorbeeld voor dat je een lijst wil maken van alle namen van studenten die ingeschreven zijn. Dan zou je een SELECT
-opdracht gebruiken om de databank te vragen om de namen van de studenten terug te geven.
De basisstructuur van een SELECT
-opdracht ziet er als volgt uit:
SELECT kolom1, kolom2, ...
FROM tabel;
Hierbij is:
SELECT
: Geeft aan welke kolommen je wil selecteren en weergeven in de resultaten. Meerdere kolommen worden opgesomd met komma’s (,
). Tussen twee kolommen staat er dus altijd een komma.kolom1
: De eerste kolom die je wil weergeven.kolom2
: De tweede kolom die je wil weergeven.FROM
: Geeft aan vanuit welke tabel je gegevens wil halen.De volledige inhoud (dus alle kolommen) opvragen van een tabel kan met een ster (*
):
SELECT *
FROM tabel;
Wil je dat er in de kolom geen twee dezelfde resultaten staan, gebruik dan DISTINCT
. Met DISTINCT
hou je dus enkel de unieke resultaten van een kolom over.
SELECT DISTINCT kolom1, kolom2, …
FROM tabel;
Deze lessenreeks en Dodona werden ontwikkeld aan de Universiteit Gent (UGent) en worden gratis ter beschikking gesteld voor niet-commerciële educatieve doeleinden.